Home
Oorlogsretoriek tegen vluchtelingen... nog steeds 'vrijheid van meningsuiting'?





Laat Fort Europa vallen!

Of Fort Europa valt of niet, daar gaat het dezer dagen over. Want: Europa heeft 'een probleem'. Europa is 'in crisis'. En: 'Schengen' moet gered. Want: 'onze' economie mag er niet onder lijden. Deal of no deal. We bevinden ons in een macabere gameshow waarin politici en natiestaten elkaar de loef proberen af te steken met NATOdraad en g(ew)eld. En de hoofdprijs gaat naar...

Nee, het is geen spel. Want het gaat over mensen, het gaat over léven. En meer nog: het gaat over strijd.
Wij, de gezapige Europeanen in onze comfortabele huizen in onze rijke steden en dorpen met onze goedgevulde supermarkten, geplaveide en geasfalteerde wegen, wij kennen die strijd niet. Papkindjes zijn we. Ik gebruik hier maar even de term 'wij', omdat dit en al het volgende voor het gros van de Europeanen en voor het gros van de mensen in dit moerasland Neederland, waar is. Dit is voor wie de schoen past...

Klagen, daar zijn we goed in met ons allen. Maar in plaats van te klagen, zouden we ook wat kunnen doen. Zijn we te laf, te bang? Te gemakzuchtig? Met het schaamrood op de kaken delen we kleding en eten uit en doneren we nog eens wat en tekenen een petitie want het is zo zielig en dan hebben we tenminste iets gedaan. Allemaal afleiding van wat er werkelijk moet gebeuren. Vluchtelingen zijn geen zielige zeehondjes die door ons moeten worden gered. Ze kunnen heel goed voor zichzelf opkomen. Beter dan wij. Op klaarlichte dag werd deze week massaal een grensrivier tussen Griekenland en Macedonie overgestoken. Zielig? Dat zijn wij, die al aarzelen bij de gedachte aan natte voeten!

Deel niet een aalmoes uit, maar deel in de strijd, wees deelgenoot ervan. En als je daarbij een pan soep, een tent en droge kleren meeneemt is dat niet minder hard nodig. Maar als onderdeel van de strijd, niet als afkoopsom voor schuldgevoel. Om kracht te geven om de strijd voort te zetten, om die te faciliteren. Actieve ondersteuning en deelname in plaats van neerbuigend tweedehands weggeven en verwachten of zelfs eisen dat mensen daar dan maar tevreden mee zijn. Echte solidariteit. De handen ineen slaan.

Waar blijft die strijd? Blijft die achterwege omdat we de ware veroorzakers van de problemen niet durven aanwijzen en aanvallen? Of is het omdat we wel weten bij wie we moeten zijn maar domweg veel te gezagsgetrouw zijn of niet durven tegenspreken of ons niet aan de confrontatie durven wagen? Immers, dat zou ons onze voorrechten kunnen kosten, onze vrijheden en veiligheden. Onze zekerheden. Maar het is wel wat nodig is. Waar vluchtelingen de hekken omduwen, moeten wij klaarstaan met betonscharen om de gaten te helpen maken. Waar grenswachten vluchtelingen tegen willen houden, horen wij die grenswachten het werk onmogelijk te maken waar en wanneer ze dat het minst verwachten. Aan 'hun' en volgens hen ook 'onze' kant van de grens. Ontwapenen. Saboteren. In de weg staan. Omdat we de grenzen niet erkennen. Geen enkele grens.

Dit wil ik aan iedereen vragen die dit leest: Heeft u ooit alles achter moeten laten? Uw lot in handen moeten leggen van criminelen die een graantje van Fort Europa, de grootste mensensmokkelaar en mensenhandelaar van allemaal, willen meepikken? Achterin een vrachtwagen verscholen gezeten? Heeft u wel eens een hek omver geworpen? Heeft u wel eens de vingers opengehaald aan de scheermesjes van het NATOdraad? Een flinke hap traangas ingeademd? De klap van een knuppel gevoeld? Gelopen tot u erbij neerviel? Uw vingerafdrukken hebben moeten wegbranden of afvijlen? De kogels langs uw oren horen fluiten? Een cel van binnen gezien? Kinderen zien verdrinken? Nee? Wat klaagt u dan? Heeft u geen geld, bent u op straat gezet? Ja, dat is ook erg. Vecht dan, verdomme! Maar niet tegen mensen die het nog slechter hebben dan u. Schop naar boven, trap niet naar onderen. Moeilijk he? Want daar is moed voor nodig. Moed die vluchtelingen wel hebben. Moed om massaal het verpletterende geweld, de massieve Europese controlemachine te trotseren. Moed om een zee, een rivier over te steken, ook al is dat levensgevaarlijk. Neem er een voorbeeld aan en geef er vervolg aan.

Dit is een strijd die internationaal moet zijn. Een strijd gewapend met solidariteit. Een strijd die de grenzen moet overwinnen, breken, kapotmaken. Maak kapot wat jou kapot maakt en maak kapot wat onze kameraden kapot maakt. Onze gemeenschappelijke vijanden, dat zijn de wapenhandel, de oorlog, de belangen van kapitalisten en alles dat ten dienste daarvan staat en werkt. Je hoeft niet ver te zoeken. Je hoeft niet naar Idomeni, je hoeft niet naar Calais of Duinkerken. De repressie en de (staats-)knokploegen zijn herkenbaar. Opkomend fascisme, de bedreigingen en het geweld daarvan zijn overal om ons heen. Razzia's zijn dagelijkse kost. Racistisch politiegeweld is de norm. Elke dag deportaties. Overal gevangenissen. Dit gaat ons allemaal aan. Want we willen toch niet medeplichtig worden gemaakt aan de oorlog tegen vluchtelingen? Of wel soms? We willen toch niet hypocriet onze bevrijding van de nazi's herdenken terwijl vluchtelingen hun leven hier en nu niet zeker zijn? We willen toch niet onze “vrijheid-geef-je-door” vieren op 5 mei terwijl vluchtelingen worden opgesloten en zich verzetten tegen deportaties?

Wat gaan we doen als de deal met fascist Erdogan van Turkije doorgaat? Wat gaan we doen als die niet doorgaat en alle binnengrenzen in Europa in een krampachtige reflex dichtgaan? Voor vluchtelingen is het allemaal slecht nieuws. Linksom of rechtsom komen zij er niet makkelijk in. Maar waar een wil is, is een weg en dit weet ik zeker: elk hek, elke grens is afbreekbaar. Elke bewakingsmaatregel, elk controlesysteem heeft blinde vlekken, zwakheden. Die te vinden, te omzeilen, dat is een kunst die vluchtelingen verstaan. Nu wij nog.

Joke Kaviaar, 17 maart 2016