Home / bajesboten deportatiepraktijken Zestienhoven |
"Dit is geen justitie, dit is maffia," 1. Hoe zijn vlucht voor gevangenis Medin juist dáár deed belanden Opgepakt Medin werd half mei 2006 opgepakt op zijn werk, een shoarmazaak, tijdens een razzia. Geen ID bij zich omdat hij die niet meer had. Ooit had hij een W-document gekregen, toen hij bij aankomst in Nederland in 1997 asiel aanvroeg. Dat ding, een ID bewijs voor asielaanvragers, was al lang niet meer geldig. Vlucht Tijd of gelegenheid om een paspoort aan te vragen in zijn geboorteland, Syrië, was er niet geweest. Hij werkte in die tijd als kok, had een restaurant, en was lid van een oppositiepartij waarvan mensen massaal werden gearresteerd. Dus maakte hij dat hij wegkwam, zonder paspoort of enig ander document of bewijs van het feit dat hij gevaar liep. Hij vluchtte hals over de kop via Turkije in een vrachtwagen naar Europa. Gezocht Maar goed ook, dat hij Syrië uitvluchtte. Zijn moeder heeft sinds zijn vlucht twee jaar lang geregeld bezoek gekregen van de Syrische geheime dienst. Dat is dus diezelfde geheime dienst die van de IND in het Arabisch vertaalde asieldossiers van 180 deelnemers aan het Project Terugkeer had gekregen. Bovendien mochten ze van de IND bij de verhoren komen zitten. Het is was één van de vele schandalen die Verdonk haast de ministeriële kop kostte. Tijdens die twee jaar kwamen ze langs bij zijn moeder om te zien of hij er was, te vragen waar hij was, en zijn moeder onder druk te zetten. Als ze iets wist, moest ze het zeggen. Tot op de dag van vandaag, tien jaar later, heeft hij geen contact met zijn moeder meer gehad, uit angst voor de gevolgen voor zijn familie en voor zichzelf. Intussen in Nederland.. Na zijn asielaanvraag, bij het aanmeldcentrum in Zevenaar, hoorde hij jarenlang niets. Hij wachtte en wachtte. In 2001 leek er schot in de zaak te komen. Herhaaldelijk moest hij naar de vreemdelingen politie, waar zijn vingerafdrukken steevast werden genomen. Gezegd werd dat deze werden gestuurd naar de Syrische ambassade. Dat wekt weinig vertrouwen in de asielprocedure. Het wachten beu is hij na een tijd gaan werken, baantje na baantje, voorzover dat ging, want de controle op 'illegalen' op de werkvloer nam, tot op de dag van vandaag, hand over hand toe. Opgesloten Na zijn arrestatie in mei van 2006 zat hij eerst 12 dagen in een politiecel. De eerste twee dagen zei hij uit angst helemaal niets. Hij gaf zijn identiteit niet, zei wel dat hij uit Syrië kwam. Na die 12 dagen werd hij overgeplaatst naar de Rotterdamse bajesboot Reno. Het zou het begin worden van een acht maanden durend verblijf op de boten, dat voortdurend met leugens door de IND werd opgerekt. Instandhouding bewaring De IND heeft allereerst beweerd dat hij een brief zou hebben gehad dat hij Nederland binnen 24 uur moest verlaten. Nooit gehad, die brief. Mogelijk een fout van een lakse asieladvocaat, maar het blijft gissen. Vervolgens stelde de IND dat hij Egyptenaar was. Er is een taaltest uitgevoerd, en ja, hij was Egyptenaar. Hoe is het mogelijk? De dialecten Arabisch verschillen flink tussen Syriërs en Egyptenaren. Tijdens verhoren bij de vreemdelingpolitie hield hij vol uit Syrië te komen. Dat hij uit Syrië afkomstig is, staat overigens ook op dat verlopen W document. Maar de vrouw die hem steeds verhoorde zei herhaaldelijk: “Je liegt!” en “Ik zorg dat je hier een jaar blijft,” (op de boten), waaraan ze het zelfs presteerde tijdens de hete zomer van 2006 toe te voegen: “…en ík ga lekker een terrasje pakken met m'n dochter!” Waarom Egypte? Om vooral en allereerst toch maar vrij te zijn en weg van die ellendige boten, heeft hij tenslotte zijn handtekening gezet onder een laissez-passer voor Egypte. Er was alweer gedreigd: “Als je niet tekent, blijf je hier een jaar,” Dat was in juni 2006. Vervolgens werd hij gepresenteerd bij de Egyptische ambassade. Dat ging zo: hij kwam binnen, zei “Goedemorgen” tegen de ambassadeur, en het eerste dat de ambassadeur zei, was: “Dit is geen Egyptenaar!”. De hem telkens verhorende vrouw van de vreemdelingenpolitie zei hierover later tegen de (Nederlandse) vriendin van Medin: “Dat was shit!” Op de bajesboten heeft Medin een Columbiaan ontmoet die ook voor Egyptenaar moest doorgaan, als het aan de IND lag. “En die spreekt niet eens Arabisch, maar Spaans!” Uiteraard lukte het met hem ook niet. Die Egyptische ambassadeur is natuurlijk niet helemaal gek. Maar het gehannes met nationaliteiten levert de IND in elk geval tijdwinst op: het is namelijk zeker twee maanden wachten op een afspraak bij de ambassade, en al die tijd kan de vreemdelingenbewaring worden gehandhaafd. De poging Medin als Egyptenaar uit te zetten was dus mislukt. Het had zo 'mooi' kunnen zijn. Egypte geeft namelijk nogal makkelijk laissez-passers af. Medin had “gelogen”, heette het nu. Hij zou zelf beweerd hebben Egyptenaar te zijn, dus hij werkte niet mee aan zijn uitzetting. En de IND zat met een probleem; de politie durfde namelijk niet meer met mensen naar de Syrische ambassade sinds het schandaal met die 180 Syriërs. Daar zouden wel weer eens problemen van kunnen komen. In een brief van de Egyptische ambassade van 22 augustus 2006 werd het officieel: Medin kwam niet uit Egypte. Zelf proberen Vervolgens gebeurde er een tijd weinig. Medin heeft een andere advocaat genomen, die er wèl werk van maakte, want in principe kun je elke zes weken de vreemdelingenbewaring door de rechter laten toetsen. Tegelijk probeerde Medin zijn eigen terugkeer te regelen via de IOM. Dat had de politie hem geadviseerd. Het is een keuze tussen de minsten van twee kwaden. Het IOM heeft, eigenlijk net zoals de politie, een contract met voormalig minister Verdonk gesloten: dit betekent dat ze hun quota moeten halen. Teneinde dit te bereiken krijgen mensen die via het IOM 'vrijwillig' vertrekken een oprotpremie. Een andere keuze had Medin niet. “Het IOM geeft je tenminste 3 á 4 dagen de tijd om rustig je spullen te pakken en afscheid te nemen”. Dit in tegenstelling tot uitzetting door de marechaussee die standaard plotseling komt en met geweld gepaard gaat. Hij zag het met iemand gebeuren. Een bewaker kwam om elf uur 's avonds binnen. “Je spullen pakken! Over een half uur ga je naar Turkije!”. Maar de IOM liet weten, het was intussen 8 november 2006 en Medin zat nog altijd op de boten, dat hij niet terug kon worden gestuurd want hij kon “geen reisdocumenten overleggen”. Op 9 november diende een beroep tegen zijn bewaring. Meer leugens IND Ditmaal kwam de IND met een strafbaar feit aanzetten dat hij zou hebben gepleegd en waarvoor hij veroordeeld zou zijn. Helemaal niets van waar. Maar op dat moment kon de leugen niet direct worden ontkracht omdat de IND zowel Medin als zijn advocaat met dit verzinsel volkomen overviel. Het was 4 december voor dat wel lukte. Inderdaad; Medin had helemaal geen misdrijf gepleegd, hij had geen strafblad. Op 11 december werd ondertussen in een andere zaak bepaald dat mensen niet langer dan 6 maanden op de boten mogen verblijven. Medin's advocaat begon een procedure om hem nu snel vrij te krijgen. Hij zat er op dat moment al langer dan 7 maanden. Vrij met aanzegging het land te verlaten Op eind december was het eindelijk zover. Acht maanden te laat. Want in die acht maanden dat hij op de boten had gezeten, had zijn moeder, die aan suikerziekte lijdt, een hersenbloeding gekregen nadat zij het slechte nieuws van Medin's broer had gehoord, dat hij in de gevangenis zat. Guantanomo Bay! was het eerste dat zij dacht. Zij kon niet meer lopen en spreken. Praten kan ze inmiddels weer. En zo is niet alleen Medin het slachtoffer van het onmenselijke Nederlandse asielbeleid en de leugenachtige IND geworden. Om 10 uur 's ochtends lag de beschikking er al, dat hij vrij moest komen. In de 'opheffing van een maatregel als bedoeld in 59 VW (inbewaringstelling)' stond overigens ook alweer een fout, door een tolk veroorzaakt; een niet bestaande geboorteplaats. Zijn vriendin wist van zijn vrijlating voordat hij het wist. Hij belde haar, zoals altijd, die morgen, en geloofde het verhaal niet. Maar 's middag om drie uur kwam het er, nadat zijn advocaat druk had uitgeoefend, toch van. Hij zou vrijkomen. Maar eerst werd hij nog in een kleine betegelde wachtcel met een houten bankje geplaatst. Tot zes uur 's middags. Toen werd hij vrijgelaten. Met een 'aanzegging om Nederland binnen 24 uur te verlaten', met daarin dezelfde foute geboorteplaats, stond hij, ontheemder dan ooit, op de kade. Verhaal doen Al die tijd op de boot wilde hij het naar buiten brengen, wat er met hem was gebeurd, wat er op de boten met mensen gebeurt. Dat willen ze er allemaal. Nu wil hij eigenlijk alleen nog maar alles vergeten, liefst niemand meer tegenkomen die hij kent van de boten, maar toch... Medin vindt het belangrijk dat het naar buiten komt en stemde dus in met een ontmoeting om zijn verhaal op te noteren. Zijn verhaal, dat van anderen, dat van de Rotterdamse bajesboten. Nog altijd is hij bang om te worden opgepakt, al valt hij onder het Generaal Pardon. Half januari stuurde zijn advocaat hierover een brief naar de IND. Nog altijd geen antwoord. Hij durft amper de straat op, durft niet te gaan werken en doodt de tijd met videospelletjes. Maar het liefst wil hij aan de slag, samen met zijn vriendin aan hun toekomst werken, en trouwen. En verwerken wat er het afgelopen jaar met hem is gebeurd. 2. De Rotterdamse bajesboten Reno en Bibby Stockholm. “Ik ben hier de baas!” “Ik ben hier de baas!” is de meest gehoorde opmerking in de Rotterdamse bajesboten. Of de variant “Wij zijn hier de baas!”. Deze woorden komen uit de monden van bewakers, die ook wel eens eufemistisch 'verzorgers' worden genoemd in de Nederlandse detentiecentra. Ze lijken allemaal hun eigen regels te maken, en de regels zijn dus steeds anders. 'Verzorgers'. Schijnheiligheid ten top. Op de bajesboten zijn “de buitenlanders het ergste”, is het eerste dat Medin vertelt. Ze lijken zich te willen bewijzen tegenover hun Nederlandse collega's. Hen te willen overtuigen dat zíj aan de goede kant staan (van de deur). Daarom doen zij extra hun best om de gevangenen te vernederen en het hen moeilijk te maken. Medin herinnert zich er zelfs één die zelf net een verblijfsvergunning had. Dat begrijpt hij niet, dat díe daar werkte. “Er zijn wel eens aardige bewakers, maar die werken er niet langer dan een maand” vertelt Medin “Dan kunnen ze er niet meer tegen, hoe hun collega's met ons omgaan, de sfeer op de boten. Ze laten zich overplaatsen,” Was het voor de gevangenen maar zo makkelijk! Om je te breken Het hele regime is erop gericht je te breken. Allereerst vinden dagelijks celinspecties plaats. Oppervlakkige; kijken of er niks stuk is. Maar geregeld komt het voor dat onverwacht, zonder opgaaf van reden, hele razzia's worden gehouden. Eén zo'n razzia vond plaats de dag voor hij vrij kwam. Het was kwart over acht in de morgen. Normaliter, voor zover je daarvan kunt spreken want alles kon altijd ineens anders zijn, zou de deur dan opengaan. Voor luchten, of om naar de recreatieruimte te gaan. Nu niet, cel voor cel werden mensen eruit gehaald en naar een andere, lege, ruimte gebracht. Daar moesten ze zich uitkleden. Tegen de muur. Bukken om in hun kont te kijken. De genitaliën betasten om te zien of ze iets onder hun zak hadden. Zo stonden ze daar enige tijd naakt met die bewakers eromheen. Terug in de cel was alles overhoop gehaald. Geen uitleg. Een hoop mensen waren boos. Het was niet de eerste keer. Eenmaal hadden ze vier uur lang naakt in die andere ruimte gestaan. Die dag voor Medin's vrijlating gingen er elf van hen direct de isoleer in. Drie van hen moesten daar een week blijven. Sancties Zelf heeft Medin eenmaal drie dagen in de isoleer gezeten. Daar zit je al snel op de bajesboten. Als je besluit niet meer te eten bijvoorbeeld. Of als je betrapt bent bij het naar binnen smokkelen van iets, na afloop van bezoek (en dat bezoek mag dan ook acht weken niet meer komen). Of als je op de ramen hebt gebonsd in reactie op een actie of demonstratie buiten. Zo'n reactie op wat er buiten gebeurt geeft in elk geval alvast aanleiding tot 4 à 5 dagen op cel blijven met z'n vieren. Toch zijn de gevangenen op de boten blij met de acties, vertelt Medin. Zo weten ze dat ze niet worden vergeten, want het gevoel dat iedereen je in de steek laat, is het ergste. Tijdens een actie in de vroege morgen van juni had hij mensen met een spandoek op een dak van een bewakersgebouw op de kade gezien. Hij zat toen net in de Bibby. Om de gevangenen koest te houden, gaven de bewakers hen cola. Medin lacht erom. Diezelfde bewakers hebben hem wel eens 'op rapport' gezet, zoals dat heet, omdat hij had gezegd: “Dit is geen justitie, dit is maffia!” Op de boten kun je maar beter voorzichtig zijn met je mening. Onleefbaar Al zo vaak had Medin gevraagd of hij met andere mensen op cel kon, want op de boten wordt geen rekening gehouden met verschillende nationaliteiten op één cel. Daardoor zat Medin met drie Afrikanen die allemaal dezelfde taal spraken, die hij niet sprak. Ze praatten voortdurend met elkaar en hij stond overal buiten. Ze leefden ook heel anders dan hij. Medin bleef graag op overdag en sliep 's nachts. Zij deden dat precies andersom. Nooit rust. Nooit privacy. En die cellen zijn zo klein en die gangen zo smal en daardoor zitten mensen zo op elkaars' lip dat de situatie onleefbaar is. Er is voortdurend lawaai. Iedereen is gestresst. De cellen zijn benauwd, er is geen airconditioning en een smal raampje bovenin, een bovenlicht, kun je een beetje opentrekken, maar daarachter zit dan weer een ijzeren plaat met kleine gaatjes erin. De boten zijn om gek van te worden. Vooral de Bibby Stockholm, want de Reno is ruimer van binnen. Het regime is ook zwaarder op de Bibby en er is minder gelegenheid tot recreatie, voorzover je dat zo kunt noemen. De boten zijn, kort gezegd, een kruitvat. Gevolg van de stelselmatige weigering om Medin over te plaatsen: ruzie, vechten. Dat werd drie dagen isoleer voor Medin. “Ik wil alleen maar vrij zijn,” Beklag diende hij niet in, ook al wist hij dat het kon. Formeel dan. Bewakers gooien de beklagbriefjes die worden ingeleverd vaak gewoon weg. De briefjes die niet worden weggegooid komen niet bij de beklagcommissie terecht die er schijnt te bestaan en die geen gevangene ooit heeft gezien. De klachten worden 'afgehandeld' door het afdelingshoofd. Bepaald zachtzinnig ging het ook al niet, dat overbrengen naar de isoleer. “Ik zei dat ik mee zou lopen, maar dat was niet goed,”. Tien man bewakers overmeesterden hem en boeiden hem en sleepten hem naar de isoleer. Hij moest zijn kleren uitdoen en kreeg een papieren pyjama aan. In de isoleer lag een matras met een kunststof omhulsel, een soort nepleer, dat heel plakkerig aanvoelt. De deken die er lag was zelfs voor Medin, die niet groot is, te klein; zijn voeten kwamen eronder uit. Hij mocht niets anders te lezen krijgen dan religieuze boeken, geen gewone boeken. En luchten was een kwestie van – alweer - willekeur. Het kon eenmaal per dag zijn, of twee, met wat geluk drie keer een kwartiertje. Genoeg om een sigaret te roken in een ruimte van 2 en een half bij 3 meter met, door het traliewerk dat de hele boot omhult heen, uitzicht op de binnenplaats van de Bibby Stockholm, waar hij toen zat. In de isoleer zat geen raam waardoor je naar buiten kunt kijken. Dat was mat plastic, of zoiets. Zonder te klagen zat Medin drie dagen in de isoleer. “Ik wil alleen maar vrij zijn, meer niet,” Gezondheid Met de medische voorzieningen is het ronduit treurig gesteld op de boten. Op medische hulp moet je wekenlang wachten. Door de voortdurende stress en het belabberde klimaat op de boten worden mensen ziek. Toen Medin vrijkwam had zijn arm te lijden van vocht en kou. Zo is het op de boten; zomers heet en benauwd, 's winters vochtig en koud. Eind december kon Medin zijn rechterarm en -schouder niet meer bewegen. Gelukkig is het na zijn vrijlating na een tijdje weer goed gekomen doordat de oorzaak wegviel: zijn gevangenschap op de bajesboot... Over de dingen die Medin heeft meegemaakt op de boten, en over het regime, zou Medin wellicht nog wel meer kunnen vertellen, en met hem vele anderen. Bijvoorbeeld de Algerijn die ook al tien jaar in Nederland wacht op een beslissing op zijn asielverzoek en die nietsvermoedend kwam stempelen bij de vreemdelingendienst. Hij moest een afspraak maken om te praten. Toen hebben ze hem opgepakt. Hij zat al 8 à 9 maanden op de boot toen Medin er zat. Medin schat het aantal mensen op de boten dat ooit asiel heeft aangevraagd en is afgewezen op tachtig procent. De rest hebben nooit asiel aangevraagd, sommigen hebben een klein misdrijf gepleegd. Een minderheid. Er wordt met mensen gezeuld en geleurd om hen kwijt te raken. De transporten door de dienst justitiële instellingen (DJI) zijn berucht onder de gevangenen. “Iedereen heeft een hekel aan transport,” vertelt Medin. De bussen rijden door het hele land politiebureau's, rechtbanken, en gevangenissen af. “Wordt je om 5 uur 's ochtends van de boot af op transport gezet voor een zitting die niet langer dan tien minuten duurt, ben je 's avonds om 12 uur pas weer terug. Gedurende de hele dag zit je in dat kleine hokje in die bus. Geen eten, geen drinken krijg je. Intussen stoppen de bewakers en bestuurders van de bus geregeld bij een benzinepomp en halen er wat te eten en te drinken voor zichzelf. Verschrikkelijk, de hele dag in die bus,” Voor Medin is het tijdens het schrijven van dit stuk nog steeds afwachten. Indien hij werkelijk in aanmerking komt voor het generaal pardon, waarvoor hij moet bewijzen dat hij heel 2006 in Nederland is geweest (en dat is voor acht maanden ervan alvast geen probleem), wil hij als eerste één ding: Met zijn nieuwe paspoort naar Jordanië om daar zijn moeder te ontmoeten. Zijn broer wil zijn moeder wel naar Jordanië brengen om dat mogelijk te maken. Het is te hopen voor Medin en zijn familie, en voor zijn vriendin, dat zijn leven eindelijk ten gunste zal keren, na tien jaren van wachten en ellende in de Nederlandse gehaktmolen die asielbeleid heet. Medin is een gefingeerde naam. Het relaas van Medin is er één van velen. Enkele feiten over de Rotterdamse bajesboten: Inrichting De Reno is de voorste boot, de witte. Daar bevinden zich vier afdelingen verdeeld over twee verdiepingen, dat zijn de afdelingen A t/m D. Deze afdelingen zijn 60 à 65 man groot. De Reno is minder benauwd en ruimer van binnen dan de Bibby Stockholm, maar ligt daarentegen dicht op het water. Het is er dan ook vochtig. Afdeling C had bij regen last van lekkage toen Medin er zat in het voorjaar en de vroege zomer van 2006. De Bibby Stockholm is de achterste boot. Een vrijwel identieke boot, genaamd Bibby Kalmar, is per 1 mei 2007 in gebruik genomen in de haven van Dordrecht. In de Stockholm bevinden zich acht afdelingen verdeeld over twee verdiepingen, dat zijn de afdelingen E t/m L. De Bibby is veel groter dan de Reno en heeft een binnenplaats waarop ook nog twee luchtplaatsen zijn te vinden. Luchten is dagelijks een uur op de kade in de luchtkooi, met de hele afdeling tegelijk. De kleine afdelingen zijn 40 à 45 man groot, de grote 60 à 65. Zo'n hele afdeling moet dus tegelijk luchten in zo'n kleine kooi. Veel mensen gaan dan ook niet. In het weekend mag een tweede keer een uur worden gelucht, maar dat is dan op de binnenplaats van de boot. Regime op de afdelingen (Bibby Stockholm): Kwart over 8 deur open (op donderdag tot kwart voor 9 omdat de bewakers daarna vergaderen). Kwart voor 12 weer achter de deur (eten) 13 uur deur open tot kwart voor vijf. Avond achter de deur. Recreatie stelt niets voor, betekent rondlopen en rondhangen in de gang en de 'recreatieruimte'. Voor beide boten geldt dat 'bewoners' van de verschillende afdelingen geen contact met elkaar kunnen hebben. Als er op de ene afdeling dus iets gebeurt, weten mensen op de andere afdeling daar niets van. De boten beschikken over 2 persoons-, 4 persoons-, en 6-persoonscellen. Geen van de boten beschikt over een centrale deurontgrendeling voor als er brand uitbreekt. Eten Eten wordt elke dag om kwart voor 12 voor een heel etmaal gebracht. Diepvriesmaaltijd, brood, beleg. Elke dag van de week is het eten hetzelfde als diezelfde dag van de vorige week, dus: Rijst met groente op maandagen. Aardappelen en kip op dinsdagen. Woensdags altijd gehakt. Bami op donderdag. Macaroni op vrijdag. Enzovoort. Week in, week uit hetzelfde. Met diëten of aan levens- of geloofsovertuiging verbonden eetgewoontes wordt geen rekening gehouden. Eten laten invoeren door bezoek mag niet. Het 'winkeltje': een ruimte op de Bibby is niet meer dan een verzameling automaten. Zakgeld 7,50 per week. In de automaten is verkrijgbaar: snacks, frisdrank, rookwaar. Prijzen, denk aan bijvoorbeeld 2 euro voor een blikje tonijn. In december 2006 kwam er een automaat bij: appel, sinasappel, broodje kaas, slaatje, fruitmix. Bezoek Eenmaal per week een uurtje. Als het bezoekuur te laat begint, eindigt het nog steeds op dezelfde tijd, het is dus niet altijd een vol uur. Als de bezoeker te laat komt, gaat het bezoek niet door. Voor en na het bezoek wordt de gevangene gefouilleerd. Maar het kan ook zijn dat er wordt gevisiteerd (=helemaal uitkleden en lichaamsholtes controleren). Dit kunnen ze altijd doen als ze daar zin in hebben. Officieel gebeurt het alleen bij verdenking van smokkel. Invoer Alleen boeken en kleren toegestaan. Daarnaast: CD- of MP3 speler: tegen betaling van 35 euro om het apparaat naar een extern bedrijf te laten sturen dat het helemaal uit elkaar haalt ter controle. Walkman: tegen betaling van 5 euro om het apparaat naar een extern bedrijf te laten sturen dat het helemaal uit elkaar haalt ter controle. Tot slot De Rotterdamse bajesboten liggen in de Merwehaven in Rotterdam. Piet-Hein Donner, minister van justitie onder Balkenende II, nam ze in gebruik. De boten zijn een goedkope manier van opsluiten met een 'sober' regime. Donner is trots op zijn vinding: In 2007 komen er twee bajesboten in Zaanstad en één in Dordrecht bij. 31 maart - 3 mei 2007 / Joke Kaviaar, met dank aan Medin voor het vertellen van zijn ervaringen. NO BORDERS! |
back to begin Home |
back to begin Home |