Home



STOP DEPORTATIES!
Een statement tegen de stilte
STOP DEPORTATIONS!
A Statement against the silence


- Meer Kamp Zeist op deze site: - Verder: onderaan deze pagina een artikel uit Contrast over Kamp Zeist

Het Recht Op Gevangenschap
(voor Wilders in Kamp Zeist)

'Champagne,' zei het ultrarechtse kamerlid Wilders. Dat is diegene die er net zulke ideeën op nahoudt als onze minister van deportatiezaken Verdonk, alleen durft hij het wel eerlijk te zeggen en daar houd ik van. Het geeft de politicus een gezicht in plaats van een masker.

Ja, een fles champagne zal hij ontkurken op de dag dat hij kamp Zeist mag verlaten, zo heeft hij gezegd. Dat zou op die dag nog een maand duren. Een hemeltergende maand nog in een cel door te brengen. Of nee, in twee cellen, want als bedreigd kamerlid krijgt hij de ruimte. Maar hij weet hoe het voelt, bezweert hij, en het is vreselijk om je tijd in een cel te moeten slijten. Ieder ander die dit tegen me zegt, zal ik de hand schudden, zoals die gezichten die ik in kamp Zeist achter de tralies zag, maar waarnaar ik enkel zwaaien kon. Die gezichten van die mensen die er voor onbepaalde tijd wachten. Die gezichten, daags voordat ik hoorde dat heer Wilders nog een maand te gaan had in kamp Zeist. Daags voordat hij aankondigde hoe hij van plan was de intrek in zijn nieuwe, zwaarbeveiligde, woning te vieren. Ik houd van die eerlijkheid, heb ik zojuist geschreven. Welnu, laat ik ook eerlijk zijn. Ik heb gekeken bij kamp Zeist. Het is een plek van onheil en Wilders is de enige die daar werkelijk thuishoort. Maar dan wel met de deur op slot.

Kamp Zeist. Het ligt langs de A28, tussen Soesterberg en Amersfoort, goed verscholen tussen de bossen. Ik heb het gezien. Op de dag dat ik er kwam, had mijn behoefte de waarheid van een ontmenselijkend beleid nogmaals en in weer een andere gedaante onder ogen te zien mij naar dit kamp gedreven.

Kamp Zeist, belichaming van een met oerwoud aan regels ondoordringbaar gemaakt beleid dat mensen, vanwege hun door onze xenofobe wetten niet toegestane aanwezigheid in dit land, opsluit. Stel je voor! Een Afrikaan als buurman! Stel je voor, zomaar iemand die hier 'alleen maar' is gekomen omdat hij honger heeft. Een 'economische' vluchteling. Dat is toch geen reden voor asiel! Of die vrouw die helemaal geen politieke motieven heeft, aldus de IND, alleen maar persoonlijke, want zij is slechts verkracht en dat is een schande in haar land dus zij kan niet meer terug. Ja, stel je voor. En hoe durven die 'asielhoppers' nu te zeggen dat zij zich bedreigd voelen, nu zij in kamp Zeist zijn opgesloten in afwachting van hun uitzetting? Had dan meegewerkt! Was dan weggegaan! En wat nu 'bedreigd'? Alleen een Wilders heeft het recht zich bedreigd te noemen! En er wordt toch voor hen gezorgd? Ze krijgen toch te eten? Alles wordt toch voor hen geregeld? Het vliegtuig staat klaar, alleen nog even die handtekening!

Denkend aan dit alles, zocht ik de ingang van het kamp. Ik reed langs het militair luchtvaartmuseum waar het vliegend wapentuig met trots wordt uitgestald. Dan verder, een stuk verder, en daar vond ik het: 'Detentiecentrum Zeist'. Dat was voor de verandering nu eens niet moeilijk en wel zo duidelijk. Adres: Richelleweg 13.

'Verboden Toegang. Gevaarlijk. Bewaking met honden'. Ik ging de korte weg naar het toegangshek op. Meteen kwam er een bewaker op me afgelopen. Wilde me vast vragen wat ik kwam doen en of ik iets zocht.

Ja! De menselijkheid! Maar dan was ik zeker niet aan het goede adres. Ik besloot te keren en gebaarde dat ik kennelijk verkeerd was gereden want ik hoefde die lakei in uniform niet zo nodig te spreken en er viel daar bij de ingang geen cellencomplex te bespeuren. Ik wist de man af te wimpelen. Maar waar was het dan wel? Nog wat verder reed ik, en opnieuw tegen een verbod op: 'Schietterrein. Levensgevaarlijk. Verboden Toegang. Schietoefeningen en niet gesprongen munitie. TANKS'

Maar deze dag was het stil. Er werd niet geoefend. Maar wanneer wel en hoe vaak? Hoe vaak wordt die mensen in hun cel schrik aangejaagd door geweervuur, door bommen die afgaan, door het ronken van tanks, de geur van buskruit? Hoe vaak worden die mensen daarbinnen aan echte oorlogssituaties herinnerd omdat onze soldaatjes weer even met die rommel mogen spelen? Want je weet maar nooit wanneer ons vredig land in oorlog wordt gestort. Onze grote vriend Wilders zal geen hinder van hebben van de oefeningen. Hij heeft er niets te vrezen. Hij loopt er gewoon de deur uit, bekonkelt de hele dag zijn misselijkmakende politieke strategieën in Den Haag en brengt er dan hooguit de nacht door, dromend van het spuiten van de champagne.

Maar ík ontkurk de champagne pas als al die opgesloten onschuldigen hun vrijheid terug krijgen. Ik laat de kurk niet eerder knallen dan dat alle 'detentiecentra' met de grond gelijk zijn gemaakt. Ja, mijn champagne komt pas tevoorschijn als de mensenrechten weer worden gerespecteerd. Als 'vrijwaring van angst' en 'vrijwaring van armoede' niet alleen nog maar stoffige geschreven regels zijn die slechts door een handjevol voor staatsgevaarlijk uitgemaakte idealisten zoals mijzelf van waarde worden geacht.

Van het champagnecitaat van Wilders had ik tijdens mijn speurneuzerij rond kamp Zeist nog niet gehoord. Ik dacht alleen maar 'Hoe krijgen we ooit die mensen hieruit?', terwijl ik daar liep en de geur van dennenbomen inademde. Een geur die me niet eerder zo vals had toegeschenen. In de buurt moest een begraafplaats zijn, had ik gezien. De hele omgeving ademt er de dood, als je er open voor staat om het op te merken. En nu, ik was er helemaal voor teruggereden, had ik het gevonden en liep langs het hek. Het buitenste hek.

Het was nog maar het buitenste hek. Daarbinnen was nog een hek. Dan manshoge rollen NATO prikkeldraad. Dan nog een hek, net als bij Zestienhoven afgeschermd met dat legergroene zeil. En daarachter kon ik nog net de bovenkant van de witte barakken zien. Schuin aflopende daken met golfplaat bedekt. De barakken bestonden kennelijk uit twee verdiepingen, de bovenste voorzien van gesloten rolluiken. Van de onderste kon ik nog net de getraliede ramen zien, en dat er stapelbedden stonden, elke cel voor meer personen, klein, ze leken me niet meer dan twee meter breed. Uit informatie over kamp Zeist wist ik dat de mensen daar om de tijd dat ik er liep, half zes in de middag, al 'achter de deur' zaten.

Wel zo rustig. Doodt u de tijd maar met televisie kijken, daar hebben wij in voorzien. Dan mag u zien wat u mist, wat u niet krijgen kunt. En als u er genoeg van heeft, kijkt u dan naar buiten, waar onze burgers genieten van de vrije natuur.


'Hoe krijgen we ooit die mensen hieruit?'

Terwijl ik mijn notities maakte, jogden regelmatig mensen langs. Ze keken even naar me, met steeds weer diezelfde vragende blik; 'Valt er hier iets te zien?' Ja, er valt iets te zien. Hoge toegangspoorten. Camera's. Hiermee verdedigt ons land zich tegen 'ongewenste elementen', tegen 'terrorisme', tegen een dreiging van buitenaf die door de opgesloten 'gelukzoekers' wordt vertegenwoordigd. Want laten we wel wezen; wie geluk zoekt, is gevaarlijk. Zoeken naar geluk? Dat is toch crimineel? Toch? Behalve natuurlijk waar het gaat om 'pioniers' en 'kolonisten', onze 'ontdekkingsreizigers'. De avonturiers van het westen hadden immers nooit kwaad in de zin. Zij veroverden de wereld en brachten er 'beschaving' en nu is de wereld is van ons en dat is logisch, nietwaar?

Laat ik het zo zeggen; De buren in de cel naast Wilders hebben net zoveel rechten als hij. Rechten die heten 'ondeelbaar' en 'universeel' te zijn. Kiezen of delen dus. En aan delen lijken wij hier in Nederland, in heel Europa, een hartgrondige hekel te hebben. En dat ligt niet alleen aan Wilders. En ook niet alleen aan Verdonk. Het ligt aan alle regerende partijen die hen voorgingen en die net zo verantwoordelijk zijn voor de huidige wetgeving. Opsluiten die lui, om hen de waarde van vrijheid bij te brengen. Genade? Een hek met schrikdraad rond het Binnenhof! Een uurtje luchten per dag op het plein, maar dan wel met z'n allen want als er eentje niet naar buiten wil, gaat het feest niet door. Ja, precies hetzelfde regime als in kamp Zeist. Daar heeft u recht op, want u heeft dezelfde rechten als deze gevangenen.

Ach, wat zal het uithalen, deze fantasie, zolang niet de daad bij het woord wordt gevoegd. Wat zou het helpen als ik daar bij kamp Zeist, in mijn eentje tegenover zoveel be'veilig'ing, mijn vuist ten hemel hief en riep 'Vrijheid voor allen!'? En dus zwaaide ik, beschaamd, naar gevangenen die mij voorbij zagen lopen. Beschaamd, omdat zij net zoveel recht op mijn vrijheid hebben als ik, of andersom: ik net zoveel recht om het niet te hebben als zij. Ik zou willen dat het nut had om zo te redeneren, maar voor nu leken zij daarbinnen blij met een voorbijganger die hen opmerkte en naar hen zwaaide want er werd direct terug gezwaaid. Ik hoorde kievieten kletsen, lijsters en roodborstjes zingen, maar vanuit daarbinnen hoorde ik niets. Potdicht zat het er. Dicht genoeg om het gekwinkeleer niet te horen maar de schietoefeningen wel, voelbaar als elke klap weer een slag in het gezicht. Levend begraven.

Nog eenmaal reed ik na afloop langs de ingang van kamp Zeist. Er stond een man in duur pak, oplettende blik, mobiel te telefoneren. Nee, dit was geen gevangenisbewaker. Dit was een lijfwacht van onze eenzame held, die kennelijk in aantocht was. Even verderop, bij de ingang van het schietterrein, een patserige gepantserde donkerblauwe wagen met daarin een dito man in dito pak met dito oplettende blik en dito mobiele telefoon. Er wordt hard gewerkt aan de veiligheid van dit land!

Joke Kaviaar 18-04-2005
In Kamp Zeist zitten vluchtelingen vast naast criminelen

In detentiecentrum Zeist in Soesterberg zitten behalve gevangenen ook 600 vreemdelingen vast, waarvan 120 vrouwen. In De cellen zijn 30m² groot en ze zitten soms met zijn zessen in één cel. Jamila (19)zat zes maanden gevangen in het vertrekcentrum, beter bekend als Kamp Zeist.

Jamila is uitgeprocedeerd vluchteling uit het Midden-Oosten. Ze zat zes maanden gevangen. Niet voor straf maar omdat ze illegaal is. Ze is vrijgelaten omdat ze niet uitgezet kan worden. Ze belandde weer in de illegaliteit.

Vlak naast het (open-)luchtvaartmuseum staan de hoge gevangenismuren van Kamp Zeist. Het detentiecentrum is afgezet met hekken met prikkeldraad. Behalve criminelen, herbergt Zeist ook opgepakte illegalen die het land uitgezet moeten worden. Totdat het zover is, zitten ze vast.
In tegenstelling tot gewone gedetineerden, is er geen sprake van een veroordeling en weten de vreemdelingen niet van te voren hoe lang ze zullen zitten en of ze uiteindelijk het land uitgezet of vrijgelaten worden. Ze kunnen niet werken en moeten zichzelf dagelijks, maandenlang zien bezig te houden.
Er heerst een sober regime wat inhoudt dat er veel minder activiteiten zijn en geen resocialisatie-programma's. Van vijf uur 's middags tot acht uur 's morgens zitten ze op cel, sommige dagen de hele dag. De bezoekregeling is streng. Bezoek vindt plaats onder toeziend oog en luisterend oor van bewakers met allerlei strenge regels, zoals het niet elkaar aanraken (behalve bij het begroeten), het verbod op roken en het niet naar de wc mogen.

Geen crimineel
Veel van de vreemdelingen, vooral de vrouwen hebben bij wijze van spreken nooit een koekje gestolen of iets strafbaars gedaan. Ze zitten in Zeist omdat ze illegaal zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld als uitgeprocedeerd vluchteling bij het stempelen in de bus zijn opgepakt of 's nachts uit bed zijn gelicht in een asielzoekerscentrum. Ongeveer 45 procent van de mensen in vreemdelingenbewaring is vluchteling, zo blijkt uit in januari gepubliceerd onderzoek van de Katholieke Universiteit Brabant (KUB). Jamila is een van die vluchtelingen. Een paar keer per week belde Jamila huilend haar vrienden en kennissen. Een uur in de week kon ze bezoek krijgen. 'Ik word hier echt helemaal gek. Waar heb ik dit aan verdiend? Ik ben toch geen crimineel? Sommige meisjes zitten hier tien of elf maanden. Ze maken je hier kapot.
Jamila vluchtte op haar zestiende naar Nederland en vroeg hier asiel. In haar land vreest ze voor haar familie. Justitie wees haar verzoek af maar ze werd wel opgevangen omdat ze minderjarig was. Op haar negentiende werd ze op straat gezet met de mededeling dat ze het land moest verlaten. Zonder paspoort nogal lastig. Ze was doodsbang om als illegaal door het leven te gaan dus kocht ze een vals document en wilde haar geluk elders in Europa beproeven.
Onderweg naar Engeland werd ze gesnapt en opgesloten in een politiecel in Roermond. Na tien dagen werd ze overgeplaatst naar Kamp Zeist.

Zelfmoordpogingen
Het leven in de illegaliteit was voor haar zwaar. Het leven opgesloten in een cel trok ze echter helemaal niet. Jamila ondernam sinds haar aanhouding twee zelfmoordpogingen. De eerste keer in de politiecel met lakens. De bewakers ontdekten het optijd. De tweede keer, in Kamp Zeist, pakte Jamila een scheermes om een eind aan haar leven te maken. Een celgenote riep daarop de bewakers. Jamila werd vervolgens in de isoleercel gezet om een oogje op haar te kunnen houden. Ze sloeg met haar hoofd tegen de muur en weigerde te eten en drinken.
Achteraf vertelt ze: 'Ik wilde niet meer leven. Wat kon ik doen? Ik kon niet terug naar mijn land en ook niet in Nederland blijven. Zelfs niet naar een ander land gaan. Ik werd gek van de opsluiting.'Omdat ze te zwak werd, werd ze letterlijk door bewakers een auto ingesleept en overgebracht naar de ziekenboeg voor gedetineerden in Scheveningen. Na haar herstelperiode keerde ze weer terug naar Kamp Zeist.
Volgens Jamila ondernemen vrouwen in Kamp Zeitst regelmatig zelfmoordpogingen. De vrouwen die een poging doen, krijgen isoleercel en dit is volgens Jamila de reden dat ze het meestal bij éen poging houden.

Vierde keer vast
Een Nigeriaanse vrouw die al acht jaar een Nederlandse vriend heeft, zit al voor de vierde keer vast. Ze heeft in al die jaren nog niet de nodige documenten uit haar land weten te verkrijgen om haar verblijf te kunnen legaliseren. Haar vriend vertelt na zijn wekelijkse bezoekje dat ze plannen maken om in Jamaica te gaan wonen. Daar kunnen ze wel samen zijn.
Een Surinaamse vrouw werd aangehouden toen, zo vertelt ze door de telefoon, haar kind een snoepje in zijn zak had gestopt in de supermarkt. Ze wilde hier gewoon voor betalen maar de politie werd erbij gehaald en ze bleek illegaal.
Ook is ze 'ongewenst vreemdeling' omdat ze in het verleden eens veroordeeld is voor een misdrijf.Ze zat destijds haar straf uit, is alweer jaren op het rechte pad, gelukkig getrouwd met een Nederlandse man en heeft twee kleine kinderen, met de Nederlandse nationaliteit. De kinderen, van twee en vier jaar, logeren bij oma. Mama is op vakantie, heeft oma gezegd. Officieel moet mama eerst tien jaar uit Nederland weg voor ze weer ooit kans maakt op legaal verblijf. Echter, de Surinaamse ambassade verstrekt geen reisdocument. Een paar maanden na het telefoongesprek wordt ze vrijgelaten omdat ze niet uitgezet kan worden.

Onbepaalde tijd
Voor de vrouwen is het extra zwaar dat de opsluiting voor 'onbepaalde tijd' is. Dat kan een paar weken of maanden duren als je snel wordt uitgezet, maar ook zes maanden tot een jaar. Vrouwen die geen 'onjuiste gegevens' hebben verstrekt en die niet door hun advocaat vergeten zijn, komen meestal na zes maanden vrij. In totaal zitten in Nederland op dit moment ruim tweeduizend mensen in vreemdelingenbewaring. Per jaar rond de vijfduizend. In tien verschillende detentiecentra waaronder de uitzetcentra op Rotterdam Airport en Schiphol en de 'bajesboten' in Rotterdam, waarvan de tweede in januari jl. is geopend.
Justitie rechtvaardigt de lange opsluiting met als argument dat mensen die hier niet mogen zijn en zelf niet vertrekken, uitgezet dienen te worden.
Maar uit het onderzoek van de KUB blijkt dat de detentie meestal niet leidt tot het beoogde resultaat. Slechts 35 procent van de mensen in vreemdelingenbewaring, wordt uiteindelijk het land uitgezet. De anderen belanden na maandenlange detentie weer in de illegaliteit. Dit cijfer geldt voor de gevangenissen van Tilburg en Ter Apel, waar alleen mannen zitten, en is volgens professor dr. Anton van Kalmthout van de KUB, representatief voor heel Nederland.

Om mensen op het vliegtuig te kunnen zetten, weg uit Nederland, moeten ze reisdocumenten hebben. Als ze die zelf niet hebben, probeert Justitie ze te verkrijgen via de ambassade van het land waar betrokkene vandaan komt, of waar Justitie denkt dat de persoon vandaan komt. Ambassades zijn het grootste struikelblok voor Justitie. De ambassades werken vaak niet mee aan het vaststellen van identiteit en nationaliteit en het verstrekken van een reisdocument.
Daardoor kunnen mensen niet uitgezet worden. Volgens Jamila's advocaat, mr. Temmen uit Bergen op Zoom, heeft de ambassade van haar land Justitie laten weten dat alleen een reisdocument wordt verstrekt als zij een identiteitsbewijs kan laten zien. Dat heeft ze niet dus de kans dat ze wordt uitgezet is klein.

Geestelijk kapot
Jamila denkt dat de bewaring bedoeld is om mensen 'geestelijk kapot' te maken zodat ze niet meer in Nederland willen blijven. Kalmthout: 'Je zou kunnen verwachten dat mensen die langer zitten, het spuugzat zijn, en meer gaan meewerken, maar dat is niet zo. Er vinden juist minder uitzettingen plaats, hoe langer de detentie duurt.'
De gemiddelde duur van de detentie is in de loop der jaren gestegen van rond de dertig dagen naar tachtig dagen. Het aantal uitzettingen is gedaald van iets minder dan de helft, tien jaar geleden, tot 35 procent nu. Dit komt volgens Van Kalmthout onder meer door de toename van het aantal mensen in vreemdelingenbewaring. Dit kunnen de overheidsdiensten niet aan maar ook voor de ambassades kost het veel geld, tijd en moeite.

Inmiddels is Jamila vrijgelaten. Ze is na zes maanden opsluiting op een station afgezet met een treinkaartje, zoals met de meesten gebeurt. Je moet het land binnen 24 uur verlaten, kreeg ze te horen. Ze probeert te overleven, vond al snel diverse baantjes en een kamer. Elk moment heeft ze kans opnieuw opgepakt te worden en te worden opgesloten. Voor onbepaalde tijd.

Isoleercel kan je ook krijgen na drie overtredingen. Een overtreding krijg je als je bijvoorbeeld op de grond gaat zitten als je aan het wachten bent op de telefoon, zo vertelt Jamila, of op andere wijze last veroorzaakt.

bron:
Contrast, Margreet Jenezon


terug naar begin
Home