Donner en Verdonk doen er altijd al alles aan om de deuren naar mensen en de deuren naar waarheid goed gesloten te houden. Zo nu en dan sijpelt er informatie naar buiten. De brand in deportatiekamp Schiphol Oost bracht eens te meer de waarheid aan het licht. 11 mensen zijn in de brand omgekomen omdat hun leven er niet toe deed. Het moet allemaal zo goedkoop mogelijk, nietwaar minister Donner? Het moet allemaal zo snel mogelijk, nietwaar minister Verdonk? Maar het vuur zal jullie na aan de schenen worden gelegd door allen die dit niet wensen af te doen met onderzoeken en rapporten zoals ook het meesturen van dossiers wordt getracht te verhullen, omdat het nog steeds niet echt is gebeurd. Jullie zijn een schande voor de menselijkheid, Verdonk en Donner!
Als er mensen vanuit hun cel roepen dat er rook binnen komt, op muren en deuren bonzen en zichzelf door de tralies heen trachten te wringen om aan de vlammen te ontkomen, wat is dan de reactie? Laat maar? Het zijn toch maar mensen zonder papieren? Ze bestonden toch al niet?
Brandveiligheid geldt blijkbaar niet voor mensen die ze toch weg willen hebben. Laat staan dat we ons moeten haasten omdat we wat kreten horen.
De ochtend na de brand kwamen de beiden verantwoordelijken Verdonk en Donner direct krokodillentranen huilen op de as van de overledenen. De conclusie moet zijn dat zij het boetekleed aantrekken en ophoepelen. Dat onschuldigen worden vrijgelaten, dat de bajesboten na bevrijding van allen die erin zitten tot zinken worden gebracht, dat vergelijkbaar 'uitzetcentrum' Zestienhoven na bevrijding van allen die erin zitten, in één klap wordt vernietigd.
Een bom onder dit beleid! Een bom onder het fort Europa! Een bom onder het egoïsme.
- Zijn er nog nieuwe deportatiebajessen in aanbouw? Nog vóór er mensen in worden opgesloten met de grond gelijk maken!
Ook de maandag hiervoor, de 24e, had ik hier gestaan, om er weer eens te kijken, nog niet wetend hoe snel ik terug zou zijn, en ik was stomverbaasd. Ik had nog het vrij klein ogende kamp voor ogen van het jaar ervoor, omgeven door rollen nato prikkeldraad, dat met die mesjes, en relatief lage hekken. Het viel toen eigenlijk amper op. Het complex is in het tussenliggend jaar tot fort omgetoverd. Onverbiddelijke metershoge hekken met prikkeldraad erop, een zwaarbeveiligde toegangspoort. Het complex moet ook zijn gegroeid. Het oogt inmiddels als een Amerikaanse high security prison. Wie worden hier vastgehouden? De verdachten van de 'hofstadgroep'?
Afgelopen zomer schreef ik nog een brief aan een man die van Ter Apel naar hier was overgebracht. Hij zou niet aan zijn uitzetting hebben meegewerkt, heette het. De waarheid was echter dat de ambassade niet meewerkte aan een laissez passer. Het buitenschuld criterium werd echter niet toegepast.
Hij werd opgesloten in het mij bekende kamp en ik trachtte met hem in contact te komen zodat ik op bezoek kon gaan. In keurig en duidelijk gesteld Nederlands had ik hem een brief gestuurd, voor het geval hij de taal een beetje, maar niet zo heel goed machtig zou zijn. Daaronder had ik hetzelfde ook nog eens in het engels gedaan. Om dezelfde reden. De brief had ik in een keurige envelop gedaan met, keurig netjes ook nog eens, als afzender mijn naam en adres. Hiertoe had ik niet mijn pseudoniem 'Kaviaar' gebruikt maar mijn echte naam. Bedoeling was immers dat de man mijn bezoek zou kunnen aanvragen. Indien het zover zou komen, zou ik me moeten kunnen legitimeren, en 'Kaviaar' staat nu eenmaal niet in mijn paspoort.
Twee dagen na het verzenden van die brief, toen ik weer eens keek welke overheidsinstanties mijn website hadden bezocht (bezoekjes onder andere van de ministeries justitie en defensie zijn namelijk schering en inslag), trof mij een bezoek vanaf Schiphol. Toeval? Ik had het in elk geval nooit eerder gezien. Ik dacht er het mijne van, maar te bewijzen valt er natuurlijk niets. Nog eens twee dagen later kreeg ik mijn aan de man in 'detentiecentrum schiphol' geadresseerde brief teruggestuurd. 'Retour Afzender' stond erop. Het komt er kort gezegd op neer dat men aldaar maar doet alsof men nog nooit van de man gehoord heeft. Bij gebrek aan verificatiemogelijkheden van 's mans naam, eindigde daar en dan mijn poging bij hem op bezoek te gaan.
Daar stond ik dan gisteren, daags na de brand. Het was avond en even daarvoor had er een wake plaatsgevonden. Door werk had ik niet eerder kunnen komen. Het liefst was ik 's ochtends al gegaan, toen ik hoorde dat Verdonk en Donner erheen getogen waren. Het liefst had ik daar op dat moment gestaan om hen te laten weten dat ze moesten opzouten met hun krokodillentranen. Om hen te confronteren met het lot van die man. Om de aanwezige media erop te wijzen hoe Nasser er was behandeld. En wat was er van die man geworden, die ik nooit op had kunnen zoeken? Zat hij ook in 'K'? Zou hij nog leven? Ik zou bij terugkomst thuis direct het Rode Kruis gaan bellen, nam ik me voor. Voor dat moment wilde ik daar zijn, ook al was de wake voorbij. Om te kunnen schrijven over wat ik er aantrof.
Veel viel er niet te zien. Diezelfde hekken als de maandagmiddag ervoor, maar dan bij avond. Er brandden nog enkele kaarsjes voor de imposante toegangspoort. Heel klein en sober. Er waren nog wat cameraploegen in de weer.
Ik volgde de hekken, liep over de bezoekersparkeerplaats en verder, met de voeten door de modder. Een fel licht scheen in mijn ogen. Ik negeerde het - zeker een bewaker die even naar mij gluurt - en liep door. Maar wat had dát te betekenen? Dat licht bleef! Het volgde mij! Die bewaker liep met me mee met die volgspot van 'm en er kwamen er nog een paar bij. Barst maar, dacht ik, en bleef mijn weg vervolgen. Nu spraken zij mij aan. Wat of ik daar deed, wilden ze weten.
“Kijken!”
Mocht niet. Ik moest teruglopen van ze. Eigenwijs als ik ben, liep ik door. Nogmaals werd mij gemaand terug te lopen.
“Waar was de brand?” vroeg ik. Daar had ik niks mee te maken. Dat ging mij niets aan. Wat is dat nu voor antwoord? Nog besloot ik door te lopen want ik was nog niet aan het einde, waar ik meerdere bewakers in een groepje meende waar te nemen die daar iets aan het doen leken te zijn.
“Hebben jullie soms wat te verbergen?” vroeg ik de bewaker met het licht. Ach, wie verwacht daar nu antwoord op. Natuurlijk hebben ze wat te verbergen. De brand had zeker daarachter plaatsgevonden. Die lucht, die werd steeds duidelijker.
“Je bevindt je op luchtvaartterrein. Terug! Ben ik niet duidelijk genoeg?” werd me nu toegeworpen vanachter het hek.
“Nee!” riep ik nu en hield met mijn rechterhand het felle licht uit mijn ogen. De bewaker wist de lamp zo te richten dat hij toch weer in mijn gezicht scheen. Daardoor kon ik moeilijk het terrein op kijken en ik stond nu zover als ik gaan kon, want ik stuitte op een sloot. Het hield hier sowieso op.
“Nee, het is me niet duidelijk!” herhaalde ik, en “Het gaat me wèl aan. Ik ben schrijfster en wil hierover schrijven. Waar was de brand?”
De bewaker was onvermurwbaar. Ik moest terug, want anders… Ja, want anders zat ik daar zelf even later in een cel, wist ik.
Ik heb het Rode Kruis gebeld toen ik weer thuis was. Zij moesten van alles van mij weten. Zie ook het verhaal hieronder, dat mij vandaag werd toegestuurd. Ach, ze weten toch al alles, dacht ik toen ik mijn personalia doorgaf en tevens mijn e-mail adres, hetgeen direct de link tussen mijn alter ego Kaviaar en mijn echte naam bevestigt.
Toen ik vandaag onderstaand verslag onder ogen kreeg, wist ik het zeker. Ze hebben al die tijd al geweten wie ik ben en wie die briefschrijfster was. Ze hebben mijn kenteken vorig jaar al genoteerd toen ik voor het eerst voor deportatiekamp Schiphol Oost stond. En in januari van dit jaar nogmaals, toen ik rondneusde bij Zestienhoven om daar een stuk over te schrijven. En waarschijnlijk ook die keer dat ik rond kamp Zeist liep. Ongetwijfeld weten ze ook van mijn aanwezigheid tijdens de manifestatie bij de bajesboten en het zal geen toeval zijn geweest dat daarna die bezoeken aan mijn website door het ministerie van defensie waren begonnen.
De schrijver van onderstaand stuk heeft dus gelijk. Werkelijk alles wordt geregistreerd om de critici van dit beleid de toegang tot de waarheid te kunnen ontzeggen. Werd niet afgelopen zomer de woordvoerder van werkgroep vluchtelingen vrij zelfs openlijk de toegang tot vertrekcentrum Ter Apel verboden? Ja!
Want daar was een hongerstaking aan de gang. En Verdonk en haar hoge ambtenaar Vis riepen om het hardst dat actiegroepen mensen tot hongerstaken aan zouden zetten!
Nee dus! Ik was niet paranoia al die tijd. Ik was niet paranoia toen ik dacht dat het bezoek aan mijn website vanaf Schiphol en het terugsturen van de brief geen toeval konden zijn. Het wás allemaal geen toeval. Zo ver gaat dus het vastleggen van alle informatie over de tegenstanders van dit beleid. En zo ver gaat die doofpot die al eerder doden onder vluchtelingen in gevangenissen voorgoed dacht te kunnen verbergen.
Zal ik ooit nog bij een gevangen gezette uitgeprocedeerde vluchteling op bezoek kunnen gaan? Ongetwijfeld zal telkenmale een rood lampje bij mijn naam gaan branden en mij de toegang op een of andere niet controleerbare wijze worden ontzegd. De toegang tot opgesloten mensen die stelselmatig bang worden gemaakt en bij wie net zo stelselmatig de indruk wordt gewekt dat er niemand is die hen steunt. Want hoe kunnen we onze steun kenbaar maken? Misschien is die man, die ik toen trachtte te bezoeken, wel levend verbrand en zal ik nog slechts kunnen rouwen om hem, die ik nooit mocht opzoeken. En dat is dan in het 'gunstigste' geval, want wie weet krijg ik wel te horen dat ze die hele naam niet kunnen vinden en is de man dus simpelweg verdwenen of wel, maar dan anoniem, levend verbrand en zullen we het nooit weten, in ons klein Chili.
Dan is hij wel of niet dood maar in elk geval vermist, spoorloos verdwenen! Rouwen? Wij kunnen niet anders dan rouwen om hem en zoveel anderen die we nooit mogen leren kennen van onze overheid. Stel je eens voor dat vluchtelingen mensen uit de Nederlandse bevolking kunnen ontmoeten. Daar komt maar narigheid van. Stop ze maar weg in asielzoekerscentra. Stop ze maar weg in vertrekcentra. Sluit ze maar af en sluit ze maar op. Nee, laat ze vooral geen gezicht krijgen, geen naam. Dan zouden de Nederlanders wel eens kunnen ontdekken dat het hier om mensen gaat en niet om 'gelukzoekers' of 'profiteurs' of 'terroristen' of 'criminelen' of, of, of…
En zo gaan de vluchtelingen net als mijn brief “retour afzender”, ongezien. Het liefst voorzien van hun IND dossier, want anders wordt er al helemaal geen laissez passer afgegeven. En als er geen afzender op die envelop staat, als het land van herkomst van de vluchteling niet bekend is, dan houden we hem of haar vast zo lang als wij kunnen. Wat voor een wanhoop dat met zich meebrengt? Wat zou het? Misschien steekt iemand uit wanhoop een cel in brand. Wat zou het? De slachtoffers zijn tenslotte alleen maar meer van die mensen die hier weg moeten. Aanstellers in de eerste plaats, die geen reden hadden om te vluchten, zo luidt het oordeel van de IND. Aanstellers als ze roepen dat er rook de cel in komt. Niet de moeite om te gaan kijken. Het zal wel loos alarm zijn. Hou de deuren naar de mensen dicht. Hou de deuren van de cellen dicht. Hou de deuren naar de waarheid dicht. We gooien er weer het zoveelste onderzoek tegenaan, we brengen nog eens een rapport uit. We zeggen weer eens dat we een humaan regime hanteren en ons best doen de problemen op te lossen. En we herhalen maar weer eens dat het land vol is.
Vol met cellen ja! En nu alweer gaat de aandacht vooral uit naar degenen die ontsnapt zijn. Om ze weer op te sluiten... En nu alweer gaat de aandacht vooral uit naar het door de brand ontstane cellentekort.
Mijn aandacht gaat uit naar het tekort aan menselijkheid en solidariteit, en dat ik toch niet de enige ben (ook al voelt dat soms zo), getuige het stuk dat je hieronder nu kunt gaan lezen, is slechts een pleister op de (brand)wonde.
"Het complex is in het tussenliggend jaar tot fort omgetoverd. Onverbiddelijke metershoge hekken met prikkeldraad erop, een zwaarbeveiligde toegangspoort."
Verder beschouw ik ook alle anderen als slachtoffers. Inclusief de man die ervan wordt beschuldigd de brand te hebben aangestoken. Volgens hem was het een ongeluk. Toch wordt hij zwaar verbrand vastgehouden in het gevangenis hospitaal in Scheveningen. Omdat hij om een aansteker zou hebben gevraagd. Een politiek steekspel om de met bloed besmeurde handen van Donner en Verdonk schoon te wassen!
De koppen die HOREN te ROLLEN, zijn die van Verdonk en Donner! - 17 februari 2006 was de pro forma zitting van de Libische man die van brandstichting in uitzetcentrum Schiphol Oost wordt beschuldigd. Ontlastende verklaringen worden uit het dossier gehouden door het OM. De man is onschuldig. Intussen wordt meer en meer duidelijk dat Donner en Verdonk willens en wetens een brandgevaarlijke bajes in gebruik hielden. Het voorarrest van de man is verlengd, want justitie heeft een zondebok nodig.
AMSTERDAM - Een Libische man die is omgekomen bij de brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost werd daar onterecht vastgehouden. Dat concludeert de Haagse rechtbank. De Volkskrant meldt vrijdag dat de rechtbank de nabestaanden van de Libiër een schadevergoeding van 845 euro heeft toegekend. De familie krijgt 77 euro voor iedere dag die de man onterecht in de cel heeft gezeten.
De omgekomen man werd half oktober opgepakt omdat hij een 'ongewenste vreemdeling'zou zijn. Volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zou de Libiër zich niet hebben gehouden aan zijn vertrektermijn en had hij geen vaste verblijfplaats. Ook had hij volgens de IND onvoldoende geld om in zijn bestaan te voorzien.
IND
De rechtbank heeft de redenering van de IND verworpen. Volgens de rechter had de man een visum voor de Schengen-landen, dus ook voor Nederland. Daarnaast had hij een geldig retourticket voor Libië dat geldig was tot 21 oktober. Een paar dagen voor die datum werd hij aangehouden. De man logeerde bij vrienden in België en was in Nederland om zijn dochtertje te bezoeken.
Nadat de man elf dagen gevangen had gezeten, kwam hij eind oktober om bij de brand in het cellencomplex op Schiphol. Het ministerie van Justitie is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank.
HORST - Zaterdag heeft ze Vitaliy Khvylovyy (30) voor het laatst
gezien, in de gevangenis waar ze hem opzocht voordat hij uitgezet zou
worden. `Kom snel langs, zei hij, we zien elkaar in Oekraïne. Nu is
hij dood.'
Poolse vriendin van slachtoffer Schiphol-brand: `Nergens kreeg hij
medische hulp'
Snikkend zit de Poolse Halina Denis (23) in het kantoor van de
champignonkwekerij Champibelle in Horst. Ze heeft vrijdagmorgen
gehoord dat haar Oekraïense vriend Vitaliy Khvylovyy (30) bij de
brand op Schiphol-Oost om het leven is gekomen. `We zouden in januari
gaan trouwen. Woensdagmiddag belde hij nog. Hij zou worden uitgezet
naar Oekraïne. Kom snel langs, zei hij, we zien elkaar in Oekraïne.
Nu is hij dood.'
Vorige week woensdagavond werd Vitaliy opgepakt bij een inval van de
Vreemdelingendienst in de Limburgse champignonkwekerij. Hij was daar
niet eens om te werken. Hij zocht zijn vriendin Halina, die toen
echter nog in Polen was. Champibelle-directeur Piet Heniger: `Hij
wilde net weer gaan, toen de Vreemdelingendienst binnenviel. `Als hij
een minuut eerder was vertrokken, was er niks aan de hand geweest.'
Vitaliy had geen werk- of verblijfsvergunning. Volgens Heniger is het
bijna onmogelijk voor een persoon uit Oekraïne hier een vergunning te
krijgen: `Ik heb al in december 2001 een vergunning aangevraagd, voor
hem en anderen, maar die is afgewezen.' Hij werkte illegaal bij tal
van bedrijven en stuurde het verdiende geld naar zijn familie in Lvov.
Na de inval werd Vitaliy in vreemdelingenbewaring gesteld in Venlo.
Hij had last van zijn nieren, vroeg om een dokter, maar kreeg volgens
Halina geen medische hulp. Afgelopen zaterdag bezocht Halina haar
vriend in de gevangenis: `We konden elkaar omhelzen, een beetje
praten en er waren veel tranen.'
Zondag vertrok hij naar Tilburg, dinsdag naar Rotterdam en woensdag
naar het cellencomplex op Schiphol-Oost. `Nergens kreeg hij medische
hulp', vertelt Halina huilend. `Als ze hem een dokter hadden gegeven,
had hij nu ergens in een ziekenhuis gelegen. Ze hebben hem als een
hond behandeld. Maar hij was geen crimineel. Hij kwam uit een arme
familie en wilde hier geld verdienen voor zijn familie.'
Donderdag was nog niet duidelijk dat Vitaliy tot de slachtoffers
behoorde. Directeur Heniger belde de hele dag, naar de marechaussee,
het Rode Kruis en de IND, maar kreeg geen antwoord: `Ze wisten niet
of hij dood was of dat hij naar een andere gevangenis was vervoerd of
dat hij misschien was gevlucht.'
Gistermorgen om acht uur belde hij weer. Ook toen nog geen antwoord.
Pas het telefoontje van half elf bracht de verschrikkelijke
waarheid. `Halina was aan het werk, champignons aan het plukken.
Samen met haar vriendin Monika heb ik haar verteld dat Vitaliy was
overleden. Dat was heel emotioneel. Die twee hielden echt van elkaar.'
Halina, die drie kinderen heeft en midden in een scheidingsprocedure
zit, ziet haar wereld instorten. Ze wordt voortdurend geknuffeld en
gesteund door vriendinnen. Die zijn razend vanwege de omstandigheden
in de gevangenis. `Zo weinig bewakers op zo veel gevangenen', briest
Anna Koziej. `Die bewakers dachten ook nog dat het een geintje was.'
Vitaliy was een goeie, vrolijke, hardwerkende en gevoelige man,
vertelt Halina, die hem op de champignonkwekerij leerde kennen. `Mijn
kinderen noemden hem al papa.' Ola: `Hij had altijd die lach op zijn
gezicht, zat vol grappen en grollen.' Directeur Heniger: `Je kon
altijd een beroep op hem doen. Hij woonde op een kamer in Venray en
kwam op de fiets naar Horst.'
Vrijdag werd ook bekend dat Vitaliy in werkelijkheid Taras Bilyk
heet. Heniger: `Als ze hier worden opgepakt, kunnen ze in eigen land
grote problemen krijgen. Dan is het veiliger met een valse naam.'
Onder de 11 dodelijke slachtoffers van de brand in het cellencomplex van luchthaven Schiphol op 26 oktober jl. bevonden zich twee Oekraïners. Van één van hen is de identiteit bekend gemaakt: Vitaliy Khvylovyy (30) uit Lviv (schuilnaam van Taras Bilyk). Hij werd opgepakt tijdens een inval door de Vreemdelingendienst in een Limburgse champignonkwekerij. Hij was daar zonder werk- en verblijfvergunning op bezoek bij zijn Poolse verloofde die in Nederland werkt. Op de dag van de brand was hij 's morgens overgebracht naar Schiphol-Oost. Hert verhaal van Vitaliy en zijn verloofde Halina Denis is in diverse media onder de aandacht geweest, o.a. tijdens een speciale herdenkingsdienst voor de omgekomen illegalen bij brand.
Update 8 nov: Over het tweede slachtoffer is inmiddels iets bekend geworden: de Volkskrant meldde 5 november in de reconstructie van de Schipholbrand in grote lijnen het volgende: De cel van Taras Bilyk ging open, hij kwam vrij, maar ging terug het blok in om een Oekraïense medegedetineerde te redden. Het lukt hem niet haar op tijd te bevrijden. Ze komen beiden om. Het tweede Oekraïense slachtoffer betrof dus een vrouw en wel de vrouw die Vitaliy/Taras probeerde te redden.
Update 9 nov:Verschillende media meldden vanochtend dat het vrouwelijke Oekraïense slachtoffer O. Nynych heet en 29 jaar is geworden. De namen zijn bekendgemaakt tijdens de herdenkingsdienst gisteren op Schiphol, in aanwezigheid van de verantwoordelijke ministers Donner van Justitie en Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
bron: Stichting platform samenwerking Nederland - Oekraine 9, 8, 3 november - 27 oktober 2005
ROTTERDAM, 29 OKT. Vorige week vrijdag zou Kemal Shahin zijn leefgeld van
dertig euro per week komen halen bij het Haarlemse aanloopcentrum Stem
van de Stad. Maar Shahin, een Turkse Koerd van 51 jaar die sinds maart
onderdak had gevonden bij het centrum, kwam niet opdagen. Bij het
stempelen bij de vreemdelingendienst op Schiphol was hij opgepakt,
hoorde Tineke Lintjens, coördinator kerk en asielzoekers van het
aanloopcentrum afgelopen week.
Sinds gisteravond weet ze ook dat hij door de brand in het cellencomplex
op Schiphol-Oost om het leven is gekomen. Shahin is een van de ten minste
elf doden.
Kemal Shahin had pyschische problemen, hij was een verwarde man. Hij
vertelde, zegt Lintjens, dat hij in Turkije was gemarteld. Dat hij
daarom naar Nederland was uitgeweken. Sinds maart hadden Lintjens en
Shahin vrijwel dagelijks contact. Donderdag zou ze zijn medicijnen in het
detentiecentrum op Schiphol-Oost komen brengen. ,,Die had hij dringend
nodig.''
De medewerkers van het aanloopcentrum, dat daklozen maar ook
uitgeprocedeerde asielzoekers opvangt, hadden Shahin gewaarschuwd dat hij
wel eens opgepakt zou kunnen worden als hij bij de vreemdelingendienst
op Schiphol ging stempelen. Asielzoekers in procedure moeten zich één
keer per maand bij de vreemdelingendienst melden, omdat anders de
asielprocedure wordt afgebroken. Dat wilde Shahin voorkomen.
Maar zonder dat Shahin het wist, had de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) al besloten hem uit te wijzen naar Hongarije,
waar hij verbleef voordat hij in Nederland asiel aanvroeg. Dus toen
Shahin zijn 'stempel' kwam halen, werd hij op Schiphol vastgezet.
Het ministerie van Justitie wil om redenen van privacy niet zeggen of
Shahin tot de slachtoffers van de brand behoort, maar directeur Ton van
Lieshout van de Stichting Rechtsbijstand Asiel Nederland bevestigt het
verhaal. De IND heeft hem verteld dat Shahin bij de brand op Schiphol is
omgekomen en zocht informatie over eventuele familieleden. De
asieladvocaat van Shahin werkte voor de stichting. Drie tot vier keer per
week kwam de asielzoeker bij hem langs.
De IND vroeg ook meer gegevens van een 21-jarige Georgiër. Ook hij kwam
bij de brand om. Van hem weet directeur Van Lieshout minder. De advocaat
van de Georgiër werkt bij zijn stichting, maar is op vakantie. Van
Lieshout weet alleen dat de Georgiër in de zomer van 2002 Nederland
binnenkwam en asiel aanvroeg. En dat hij op 15 juli werd opgepakt, omdat
hij uitgeprocedeerd was en Nederland moest verlaten. ,,Pas op 22 oktober
kregen we weer contact met hem.'' Sinds die tijd verbleef hij in blok K
op Schiphol-Oost waar de brand uitbrak.
De Turkse Koerd Shahin heeft een zus. Ze woont met man en kinderen in
Haarlem, maar is in Turkije op vakantie. De familie weet sinds
gisteravond dat hij dood is. Shahin was een bijzonder man, zegt Lintjens:
,,Een man die leed onder de trauma's die hij door de martelingen zei te
hebben opgelopen.'' Van Lieshout: ,,Sommige mensen noemen dit soort
vluchtelingen lastig. Wij noemen dat verward.''
Bron: NRC, 29 okt. 2005
Toevoeging: Op 25 oktober 2006, een jaar na de brand, heeft stichting Prime foto's gepubliceerd van Kamal Shahin. De foto's zijn genomen van zijn lichaam, na de brand. Waarschuwing: de foto's laten zien wat de brand met hem heeft gedaan. Dit is de link. Onderaan de pagina's staan foto's van Kamal nog in leven.
Utrecht - Mehmet Avar zou op 27 oktober naar Turkije worden uitgezet. De nacht daarvoor kwam hij om bij de brand op Schiphol-Oost. Het verhaal van een man die veertien jaar illegaal in Noord-Europa rondzwierf.
Trouw, sticht een gezin, ga eventueel terug naar Turkije. Zijn schoonzus en broer, Nevim en Ahmet Avar, hebben hem de afgelopen veertien jaar tientallen keren gesmeekt om het illegale bestaan in Noord-Europa op te geven. Maar Mehmet Avar (41) kòn het niet. "Wat kan ik een vrouw bieden?", antwoordde hij steevast. "En ik kan toch geen kinderen op de wereld zetten als ik niet eens een verblijfsvergunning heb?" Ook was het voor hem geen optie om terug te keren naar Turkije, zegt Ahmet Avar. "Hij was daar niet veilig, meende hij."
Mehmet Avar is een van de elf slachtoffers van de brand vorige week in het justitieel cellencomplex op Schiphol-Oost. Hij is gestikt als gevolg van rookontwikkeling in zijn cel in blok K, weet zijn familie inmiddels uit informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Drie weken daarvoor was hij bij een verkeerscontrole door de politie in Deventer opgepakt. Hij had geen identiteitspapieren. Twee weken zat hij in Zwolle in bewaring. Maandag was hij naar het cellencomplex op Schiphol-Oost gebracht. Het was de bedoeling dat hij donderdag 27 oktober, de dag na de brand, vandaaruit op het vliegtuig zou worden gezet naar Turkije. "Hij heeft ons vanuit zijn cel op Schiphol niet meer gebeld", zegt zijn broer.
Mehmet Avar komt uit Hani, een provinciestadje op zo´n negentig kilometer afstand van Diyarbakir, het centrum van het overwegend door Koerden bewoonde zuidoosten van Turkije. Lange tijd was daar de staat van beleg van kracht als gevolg van de oorlog tussen de Koerdische PKK en het Turkse leger. Mehmet was politiek actief, zegt zijn broer Ahmet, die met zijn gezin in Utrecht woont. "Hij was socialist en hij wilde dat de Koerden politieke en culturele rechten kregen. Dat de Koerden in Turkije er voor uit konden komen dat ze Koerd waren."
Uit angst dat hij als gevolg van zijn politieke opstelling zou worden opgepakt en gemarteld, vluchtte Mehmet Avar in 1991 naar Europa - net als tienduizenden andere Turkse Koerden. Hij vroeg politiek asiel aan in België, Frankrijk en twee keer in Nederland. Overal werd hij afgewezen, zegt zijn schoonzuster Nevim Avar. Frankrijk zette hem op het vliegtuig terug naar Turkije, waar hij in Istanbul werd gearresteerd. Een advocaat in Turkije wist hem na vijf dagen vrij te krijgen, waarna Mehmet Avar opnieuw naar Europa uitweek.
Zijn broer, die eerst in Duitsland woonde en daarna met een Turkse vrouw in Nederland trouwde, snapt niet waarom Mehmet geen asiel kreeg. "Het ministerie van Justitie in Den Haag weet dat ons huis in Hani in 1993 is opgeblazen. Daarbij kwamen mijn moeder en grootmoeder om het leven, mijn vader en een van mijn zusters raakten gewond." Ahmet Avar zegt dat nooit is opgehelderd wie er verantwoordelijk was voor de aanslag. Maar het moet volgens hem te maken hebben met de politieke activiteiten van zijn jongere broer. "Mehmet was er na die aanslag nog vaster van overtuigd dat het voor hem echt onmogelijk was om terug te keren naar Turkije."
Nevim Avar: "In het begin had hij een tijdelijke verblijfsvergunning. Hij mocht zijn aanvraag voor asiel in Nederland afwachten. Wij woonden toen in Heino en we hadden shoarma-zaken in Raalte en Meppel. We hebben de zaak in Meppel aan Mehmet gegeven zodat hij eigen inkomsten had."
Maar Mehmet kreeg uiteindelijk geen verblijfsvergunning, hij werd niet erkend als politiek vluchteling. Toen hij ook in Frankrijk en België werd afgewezen en een tweede verzoek in Nederland opnieuw niets opleverde, besloot hij voor de illegaliteit te kiezen, zegt ze. Mehmet Avar woonde bij kennissen en vrienden in Deventer, Zwolle en ik weet niet waar nog meer, zegt zijn broer Ahmet. Ook had hij enkele jaren een Nederlandse vriendin die hem onderdak bood. Hoe hij aan geld kwam om te leven, weten ze niet. "Als hij langs kwam, stopten we hem geld toe", vertelt Nevim. Soms nam ze hem mee naar de tandarts. "Ik vertelde dan dat hij een familielid uit Turkije was." Maar uit angst om te worden opgepakt en uitgezet, ging hij meestal niet naar de dokter, zegt ze. Hij kreeg steeds meer last van zijn maag en hij was steeds vaker depressief, weet ze. Ook keek hij voortdurend uit het raam als hij hier was, zegt ze. "Hij was bang dat hij zou worden opgepakt." Ahmet Avar: "Hij was al enkele keren eerder door de politie aangehouden. Maar hij had een kaart van de NS, van een vriend. Tot de invoering van de identiticatieplicht op 1 januari wist hij zo uit handen van de politie te blijven."
Nevim en Ahmet Avar zijn verdrietig, maar ook boos. "De dood van Mehmet staat niet op zichzelf", zegt Nevim. "Het is een uitvloeisel van het strengere vreemdelingenbeleid." Ze woont inmiddels 35 jaar in Nederland, maar de laatste jaren voelt ze dat de "spanning toeneemt". "Het is net of ik er niet meer bij hoor." Volgens Ahmet Avar worden buitenlanders meer en meer als tweederangsburgers weggezet. "Wij hebben vooral plichten, nauwelijks rechten."
NB. In het hierboven staande "Retour Afzender" heb ik het over een man uit Iran die ik poogde te bezoeken. Over hem heb ik van het Rode Kruis niets verder vernomen. Ik weet inmiddels dat hij niet een van de dodelijke slachtoffers is. Maar dat is het dan ook wel.
De brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost is op de gang begonnen en niet in cel 11 van de Libische asielzoeker. Dit beweert Robbert Ketwaru, de advocaat van de 25-jarige Libiër die verdacht wordt van brandstichting.
Ketwaru doet zijn uitspraak op basis van gesprekken met zes overlevenden van de brand. De getuigen hebben tegen Ketwaru verklaard dat de brand op de gang van het complex begon. 'Tussen cel 11 en 12 was zo veel vuur dat de nooddeur van de vleugel onbereikbaar was, zegt de Algerijn Inbrahim Khalil Benai.' Volgens Ketwaru wil het Openbaar Ministerie deze voor zijn cliënt ontlastende verklaringen buiten het dossier houden. Op zijn verzoek zijn de verklaringen van de medegedetineerden alsnog toegevoegd aan het strafdossier. Justitie heeft de advocaat laten weten dat ze de verklaringen niet ontlastend vindt voor zijn cliënt. Op 17 februari dient de eerste pro forma zaak tegen hem. Ketwaru heeft aangekondigd de getuigenverklaringen dan zeker weer aan de orde te stellen.
(4 januari 2006; Bron: RTV Noord-Holland en de Volkskrant)
AMSTERDAM - Donderdag hebben de ministers Donner en Verdonk in de Kamer verklaard dat alles is gedaan om de overlevenden van de Schiphol-brand te helpen. Een leugen, aldus de overlevenden.
Nevi Igli kan niet begrijpen dat minister Donner van Justitie het niet zag. ‘Zijn ogen stonden verwilderd, je hoeft geen psychiater te zijn om te zien dat het slecht met Momen Nouri gaat. Dat hij hulp nodig heeft. Hoe durven de ministers zo het Nederlandse volk voor te liegen?’
Ze reageert op wat Donner donderdagavond tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer zei: het beeld als zou de zorg voor de overlevenden van de Schiphol-ramp slecht zijn, klopt niet. Donner zei het hard, boos bijna. De minister had samen met zijn collega Verdonk voor Vreemdelingenzaken gesprekken gevoerd met overlevenden die zijn overgeplaatst naar de Rotterdamse bajesboten en het detentiecentrum in Zeist. ‘In die gesprekken hebben de slachtoffers zelf in ieder geval aan beide ministers bevestigd dat hun opvang goed is geweest’, aldus Donner.
Igli, die haar zwager Mehmet Avar door de brand verloor, snapt niets van die uitspraak. Zij bezocht donderdag de Afghaanse Nouri op de detentieboot. ‘Ik heb daar een man aangetroffen, gewikkeld in een wit laken.’ Zijn kleren zijn verloren gegaan, een advocaat heeft hij niet. Althans hij heeft hem niet gezien.
‘Als nabestaanden van de slachtoffers zijn wij goed opgevangen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst’, benadrukt Igli. ‘Maar wat ik aantrof op de detentieboot is schandelijk en niet te vatten. Ik heb altijd gedacht dat Nederland een net land was.’
Zij bezocht Nouri met een tolk, om meer te weten te komen over de dood van Mehmet. Hij zat in vleugel K, waar elf vreemdelingen omkwamen. ‘Nouri zag Mehmet brandend gillen, maar de bewaarster ging er met de sleutel vandoor.’ De overlevende is gekweld, zegt Igli, omdat hij niets voor de anderen kon doen.’ Vrijdag belde Nouri naar vluchtelingenorganisatie Prime, die dat gesprek heeft opgenomen.
Ook de gevangene zelf begrijpt niets van de uitspraak van de minister dat de zorg voor de overlevenden 'maximaal' is. ‘Donner zegt dat ik tevreden ben. Dat ben ik niet. Ik heb pijn in mijn hart en ben ’s nachts bang. De dokter geeft me alleen slaaptabletten. Mijn hart gaat tekeer, ik weet niet of ik leef of dood ben. Dat alles heb ik verteld aan Donner.’
De minister benadrukte in het debat dat alle zorg aan de overlevenden uitstekend is gedocumenteerd. Die gegevens zouden bewijzen dat het geklaag over slechte opvang nonsens is. Maar Justitie wil vooralsnog geen inzage geven in de documentatie.
Ook de Algerijn Benai zat tijdens de ramp vast in vleugel K. Hij was al in shock, zegt hij. ‘Maar ik ben meer geshockeerd over de antwoorden van Donner.’ Ook hij heeft met de minister gesproken. ‘Ik heb Donner gezien en al mijn klachten verteld. Er zijn hier te weinig medicijnen en er is maar één dokter.’ Volgens beide gedetineerden heeft de bewindsman met twee anderen gesproken die nauwelijks Engels of Nederlands kunnen spreken. ‘Er was geen tolk.’
Ahmed Pouri van Prime heeft ‘geen woorden voor het politieke spel dat wordt gespeeld’. Bij Prime hebben zich sinds donderdag twee slachtoffers gemeld die zijn vrijgelaten. Zij zijn officieel illegaal nu en hebben geen dak boven het hoofd. ‘Zij zijn getraumatiseerd, maar zien nu helemaal geen psycholoog meer.’
Bron: Volkskrant, Toine Heijmans, Kim van Keken, 12-11-05